't Oude moedertje zat bevend
Op het telegraafkantoor
Vriend'lijk sprak de ambt'naar
Juffrouw, aanstonds geeft Bandoeng gehoor
Trillend op haar stramme benen
Greep zij naar de microfoon
En toen hoorde zij, o wonder
Zacht de stem van hare zoon
refr.:
"Hallo! Bandoeng!" "Ja moeder hier ben ik!"
"Dag liefste jongen", zegt zij met een snik
"Hallo, hallo! Hoe gaat het oude vrouw?"
Dan zegt ze alleen: "Ik verlang zo erg naar jou!"
Lieve jongen, zegt ze teder
Ik heb maandenlang gespaard
't Was me om jou te kunnen spreken
M'n allerlaatste gulden waard
En ontroerd zegt hij dan: "Moeder
Nog vier jaar, dan is het om
Oudjelief, wat zal 'k je pakken
Als ik weer in Holland kom!"
refr.
"Jongenlief", vraagt ze, "hoe gaat het
Met je kleine bruine vrouw?"
"Best hoor", zegt hij, "en we spreken
Elke dag hier over jou
En m'n kleuters zeggen 's avonds
Voor het slapen gaan een gebed
Voor hun onbekende opoe
Met een kus op jouw portret"
refr.
"Wacht eens, moeder", zegt hij lachend
" 'k Bracht mijn jongste zoontje mee"
Even later hoort ze duidelijk
"Opoe lief, tabeh, tabeh!"
Maar dan wordt het haar te machtig
Zachtjes fluistert ze: "O Heer
Dank dat 'k dat heb mogen horen..."
En dan valt ze wenend neer
"Hallo! Bandoeng!" "Ja moeder hier ben ik!"
Ze antwoordt niet. Hij hoort alleen 'n snik
"Hallo! Hallo!..." klinkt over verre zee
Zij is niet meer en het kindje roept: "Tabeh"...