In een discotheek ,
Zat ik van de week,
En ik voelde mij daar zo alleen.
’t Was er warm en druk,
Ik zat naast een lege kruk.
Ik verlangde zo naar jou, hier aan mijn zij.
Ja ik denk nog steeds,
Hoe het was geweest,
Toen je naast me zat hier aan de bar.
Ik vroeg: drink je mee?
Dat vond jij oké.
Toen je proostend naar me keek
Werd ik zo week.
Een beetje verliefd.
Ik dacht: een beetje verliefd.
Als ik wist wat jij toen dacht,
Had ik nooit op jou gewacht.
Als een kind zat ik te dromen:
Deze nacht, ben jij voor mij.
Maar die droom ging snel voorbij.
jij stond op en zei:
Hou m’n plaatsje vrij.
Ik moet even weg, maar ben zo terug.
Ach die kruk bleef leeg
Tot ik in de gaten kreeg,
Dat je wegging zonder mij
Ik was weer alleen.
Een beetje verliefd.
Ik dacht: een beetje verliefd.
Als ik wist wat jij toen dacht,
Had ik nooit op jou gewacht.
Als een kind zat ik te dromen:
Deze nacht, ben jij voor mij.
Maar die droom ging snel voorbij.